dinsdag 1 december 2009

Het symbool van de tuin doorheen de eeuwen heen

Over deze symboliek wordt er veelvuldig gesproken in de tekst.
In het begin van de middeleeuwen wordt alles gezien als één groot symbolisch verband waarin men alles kan betrekken bij elkaar. Het meest onbenullige ding wordt gebruikt om het allergrootste uit te leggen. In dit middeleeuwse symbolisme kunnen we een aantal soorten tuinen onderscheiden:
1) De kruidtuin: deze staat symbool voor de geneeskundige krachten die verschillende planten hebben. Deze werden vastgelegd in een soort catalogus die heel lang in gebruik geweest is.
2) de Tuin der Minne: staat voor de kruidtuin die verheven is tot het geestelijke
3) de rozentuin: deze valt onder de Tuin der Minne en staat als symbool van de erotische verrukking; Maria in de rozenhaag.

Uiteindelijk stort op het einde van de middeleeuwen het symbolisme in elkaar. Het zoeken naar symboliek wordt bijzaak doordat men steeds rationeler begint te denken in plaats van te voelen met het hart. Ook de symboliek van de tuin verdwijnt.

Na de Middeleeuwen komt de tijd van de renaissance. In deze tijd bloeit de symboliek terug open door de wederopkomst van de kunst. Als men in deze tijden terug de aanleg van de tuinen op hen nam, kwam het goddelijk symbolisme terug aan bod. Zij waren de voortzetters van het middeleeuwse symbolisme met de nadruk van de plaats van de mens in het universum en zijn relatie met de natuur.

In de 17de en 18de eeuw ging men door met het creëren van tuinen. De 17de eeuw staat bekend als de “Gouden eeuw”, wat duidelijk te zien is in de Botanische tuin in Amsterdam. Met deze tuin wil men terug het goddelijke in de verf zetten.
In de 18de eeuw had men twee soorten tuinen:
- de Franse tuin: symbool voor de macht. Ze waren niet enkel om te ontspannen maar dienden ook als symbool van ontzag van het gewone volk tegenover de eigenaar. De dag van vandaag hebben de Franse tuinen nog het formele en strakke uitzicht die een zekere vorm van prestige uitstraalt.
- de Engelse tuin: het tegenovergestelde van de Franse tuin. Het dient als plaats waar men kan vluchten uit de realiteit van stad en politiek.

De 19de eeuw wordt gekenmerkt door het opkomend industrialisme. Hierdoor verliezen de tuinen hun symbolisme van de hogere orde. Ze worden nog maar uitsluitend gezien als decoratief en symbool van rijkdom en macht.

Op het einde van de 19de eeuw beleeft het symbolisme van de tuin nog een kleine opflakkering maar dit mocht niet veel baten. De rede en de kennis krijgen de bovenhand in deze strijd en zo verdwijnt de symboliek van de tuin.

In de 20ste eeuw is deze volledig verdwenen en heeft de symboliek van de tuin geen enkele betekenis meer.

Zoals in de tekst staat is het zeer opmerkelijk welke rol de tuinen hebben in het godsdienstige gebeuren. Ze waren de allereerste schepping van God (de Tuin van Eden). Ze deden dienst als begraafplaatsen, gebedsplaatsen en plaatsen waar men kon samenkomen. Beetje bij beetje verloren deze tuinen hun nut. Dit kwam omdat zij samen met het godsdienstige gebeuren hun kracht verloren en zo ook de symboliek dat zij met hun meedroegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten