donderdag 3 december 2009

De oorlogen – vroeger en nu

Deze tekst komt er doordat de tekst van Leen over de twee oorlogen heeft mij geïnspireerd.

De eerste oorlogen kwamen al voor van in de oudheid: de Trojaanse oorlog, de Perzische oorlogen, de Gallische oorlog, en ga zo maar door. De middeleeuwen waren ook getekend door de oorlogen en kruistochten. Zo kan men verder gaan tot op de dag van vandaag.
Ik heb even “gegoogled” en ik ben op de site van Wikipedia op een lijst van alle oorlogen in chronologische volgorde uitgekomen en ik heb toch mijn ogen uitgekeken. Als je daar niet echt mee bezig bent, dan besef je onmogelijk hoeveel oorlogen, kruistochten of conflicten er eigenlijk juist zijn geweest.

Om als oorlog genoemd te worden, moet het voldoen aan 3 criteria:
- er zijn minstens 1000 doden op het slagveld
- het moet voorbereid zijn
- het moet gelegitimeerd zijn, dit wil zeggen dat het gewettigd wordt door een regeringsorganisatie. Op die manier wordt moord niet meer als misdaad gezien maar als plicht.
Sinds het einde van de tweede Wereldoorlog is er vastgelegd in het internationaal recht dat oorlog geen rechtvaardig middel meer is om conflicten op te lossen. Pas als alle andere diplomatieke middelen geen nut hebben gehad, mag men gewapende middelen inzetten. Alhoewel dit recht nu bestaat, worden er nog dagelijks conflicten met wapens uitgevochten zonder dan alle diplomatiek middelen zijn uitgeput. Daarom gebruikt men het woord “gewapend conflict” meer dan het woord “oorlog”.

Voor de grote diplomaten is het heel makkelijk om criteria op te leggen en rechten te maken om het begrip “oorlog” aan te duiden of te omzeilen maar men denkt nooit aan de personen die de dupe hiervan zijn.

Niet enkel oorlogen maken burgerslachtoffers, ook de verschillende aanslagen in gebieden die niet in oorlog zijn. Denk maar aan de aanslagen in Dubai in november van verleden jaar. De reden dat deze gebeurtenis mij invalt, is omdat er recent een reportage hiervan op canvas is geweest: “Mumbai onder vuur”. Er werden aanslagen gepleegd op 10 verschillende locaties in Mumbai, waarbij het doelwit vooral toeristen waren. Het was gericht tegen anders gelovigen, met andere woorden: niet-Moslims.
Er was een heel opmerkelijke getuigenis van een overlevend Moslims koppel die ook door de terroristen bedreigd werden: Ze waren samen met enkele vrouwen onder schot gehouden. Op een bepaald moment schoten de terroristen die vrouwen dood. Het koppel ging op de knieën zitten en begon het doodsgebed op te zeggen voor hen. De terroristen begonnen tegen elkaar te discussiëren en gebood het koppel om naar een andere ruimte te gaan. Waarop de man protesteerde en zei: “Schiet ons hier maar dood”. De reactie van de terrorist was wel opmerkelijk want hij zei: “Jij ben onze broer, wij gaan jou niet vermoorden.” Het hebben van hetzelfde geloof als de terroristen is hun redding geweest.

Ik denk dat er zolang er verschillen in godsdienst, taal, macht, ... blijven bestaan, dat er altijd oorlog zal blijven. Want waarom wordt er meestal gevochten? Om land, macht en prestige. En ook tussen verschillende godsdiensten woedt er voordurend oorlog. Zolang deze verschillen niet opgelost raken en zolang mensen in onvrede met elkaar leven, zal alle hoop op een geweldloze wereld onbeantwoord blijven.

dinsdag 1 december 2009

Het symbool van de tuin doorheen de eeuwen heen

Over deze symboliek wordt er veelvuldig gesproken in de tekst.
In het begin van de middeleeuwen wordt alles gezien als één groot symbolisch verband waarin men alles kan betrekken bij elkaar. Het meest onbenullige ding wordt gebruikt om het allergrootste uit te leggen. In dit middeleeuwse symbolisme kunnen we een aantal soorten tuinen onderscheiden:
1) De kruidtuin: deze staat symbool voor de geneeskundige krachten die verschillende planten hebben. Deze werden vastgelegd in een soort catalogus die heel lang in gebruik geweest is.
2) de Tuin der Minne: staat voor de kruidtuin die verheven is tot het geestelijke
3) de rozentuin: deze valt onder de Tuin der Minne en staat als symbool van de erotische verrukking; Maria in de rozenhaag.

Uiteindelijk stort op het einde van de middeleeuwen het symbolisme in elkaar. Het zoeken naar symboliek wordt bijzaak doordat men steeds rationeler begint te denken in plaats van te voelen met het hart. Ook de symboliek van de tuin verdwijnt.

Na de Middeleeuwen komt de tijd van de renaissance. In deze tijd bloeit de symboliek terug open door de wederopkomst van de kunst. Als men in deze tijden terug de aanleg van de tuinen op hen nam, kwam het goddelijk symbolisme terug aan bod. Zij waren de voortzetters van het middeleeuwse symbolisme met de nadruk van de plaats van de mens in het universum en zijn relatie met de natuur.

In de 17de en 18de eeuw ging men door met het creëren van tuinen. De 17de eeuw staat bekend als de “Gouden eeuw”, wat duidelijk te zien is in de Botanische tuin in Amsterdam. Met deze tuin wil men terug het goddelijke in de verf zetten.
In de 18de eeuw had men twee soorten tuinen:
- de Franse tuin: symbool voor de macht. Ze waren niet enkel om te ontspannen maar dienden ook als symbool van ontzag van het gewone volk tegenover de eigenaar. De dag van vandaag hebben de Franse tuinen nog het formele en strakke uitzicht die een zekere vorm van prestige uitstraalt.
- de Engelse tuin: het tegenovergestelde van de Franse tuin. Het dient als plaats waar men kan vluchten uit de realiteit van stad en politiek.

De 19de eeuw wordt gekenmerkt door het opkomend industrialisme. Hierdoor verliezen de tuinen hun symbolisme van de hogere orde. Ze worden nog maar uitsluitend gezien als decoratief en symbool van rijkdom en macht.

Op het einde van de 19de eeuw beleeft het symbolisme van de tuin nog een kleine opflakkering maar dit mocht niet veel baten. De rede en de kennis krijgen de bovenhand in deze strijd en zo verdwijnt de symboliek van de tuin.

In de 20ste eeuw is deze volledig verdwenen en heeft de symboliek van de tuin geen enkele betekenis meer.

Zoals in de tekst staat is het zeer opmerkelijk welke rol de tuinen hebben in het godsdienstige gebeuren. Ze waren de allereerste schepping van God (de Tuin van Eden). Ze deden dienst als begraafplaatsen, gebedsplaatsen en plaatsen waar men kon samenkomen. Beetje bij beetje verloren deze tuinen hun nut. Dit kwam omdat zij samen met het godsdienstige gebeuren hun kracht verloren en zo ook de symboliek dat zij met hun meedroegen.

maandag 16 november 2009

Een kijk op armoede

Na in mijn vorige tekst de vergelijking tussen de vroegere en de huidige armoede te hebben gemaakt, zou ik graag ook nog even aandacht schenken aan een paar aandachtspunten die ik heb in verband met armoede.

• Door armoede wordt er op de mensen die erin betrokken een stempel van luierik of probleemgeval geplakt. Armoede wordt door vele mensen minachtend en zonder veel begrip bekeken. Vele mensen denken dat armoede de schuld is van de mensen die er mee leven, dat ze het zelf gezocht hebben. Voor sommigen is dit van toepassing, maar voor anderen is een stomme samenloop van omstandigheden van toepassing. Het belangrijkste is de wil om eraan te werken om uit de problemen te raken.
Maar armoede zelf drukt ook een stempel op het leven van degenen in armoede. Deze mensen dragen de ervaringen hun hele leven met zich mee, zelfs al raken ze erboven op. Wat men meegemaakt heeft, blijft voor altijd in het geheugen gegrift.

• Wie in armoede leeft, zit eigenlijk in een vicieuze cirkel. Het kan al vroeg beginnen. De meeste armen zijn laaggeschoold of totaal niet geschoold en raken moeilijk aan werk of werken slechts sporadisch. Hierdoor hebben ze een laag en onstabiel inkomen. Door dit laag inkomen moeten ze op zoek naar een goedkope woning die meestal te klein en onveilig is en zich in een ongezonde leefomgeving bevindt. Als gevolg van de ongezonde leefsituatie, waar meestal een onevenwichtige voeding mee gepaard gaat, zullen armen vlugger gezondheidsproblemen ontwikkelen. Omdat ze in een ongunstige financiële situatie zitten, wachten ze met naar de dokter te gaan en worden de problemen als maar groter.
Een andere situatie kan zijn: Juist afgestudeerd zijn en maar geen werk vinden, maar toch het ene of het andere willen kopen. Meestal is dit om er maar bij te horen en zo sociale uitsluiting vermijden. Als je geen geld hebt, kun je in onze huidige maatschappij wel al het meeste op krediet kopen. Maar daar zit het hem juist. Als je niet verdient, kun je ook niets afbetalen. En zo stapelen de kredieten en de rekeningen zich op. Voor je het weet, zit je met een hoop schulden en niet genoeg inkomsten om alles te kunnen betalen.

• Deze “kringloop” van armoede die hierboven besproken wordt, is het meest duidelijk bij mensen die van generatie op generatie arm zijn. Het woord generatiearmoede verklaart voor een stuk waarom sommige families in deze uitzichtloze situatie blijven ronddwalen. Een kind geboren in de armoede ziet vaak niet anders van zijn ouders en wordt zo meegesleurd in de vicieuze cirkel. Als dit kind opgroeit en zelf kinderen heeft, dan zal dit terug dezelfde reactie te weeg brengen. Het grootste voorbeeld voor een kind zijn de volwassenen die het omringen, met andere woorden zijn ouders, grootouders of voogden. Denk maar zelf eens na hoeveel jezelf overgenomen hebt van je ouders. Tradities die jaarlijks werden gedaan, de dagdagelijkse manieren die ze jou geleerd hebben, de rare gewoontes die je van hen gezien hebt, …. Als je het nooit goed geleerd ben, hoe kan je dan weten hoe het wel moet?

Het is zeer moeilijk om uit deze kringloop te raken of om geen prooi te vallen van generatiearmoede. De situatie is soms zo complex dat de gewone hulpverlening niet voldoende is. Maar in uitzonderlijke gevallen lukt het toch en wordt alle moeite die erin gestoken werd door zowel hulpvrager als hulpverlener beloond.

zaterdag 14 november 2009

Armoede, vroeger en nu

Armoede is een begrip van alle tijden. Al van het moment dat de ruilhandel startte en het eerste geld in omloop kwam tot in de huidige samenleving. Armen hadden als doel om met zo weinig mogelijk middelen te overleven terwijl de rijken niets te kort hadden en zelfs met overschotten zaten. Armoede was en is een barrière tussen verscheidene klassen van mensen.

Met deze tekst zou ik graag met een paar punten de vergelijking maken tussen armoede in de vroegere tijden en de huidige armoede en aantonen dat deze eigenlijk niet ver uit elkaar liggen.

1. Vroeger ging armoede over het aantal eigendommen dat mensen hadden. Eigendom was eigenlijk een soort teken is van rijkdom. De grootte en het aantal gronden, de grootte van de veestapel, hoe het huis gebouwd was waarin ze woonden. Ook de woonplaats was een item. Dit waren allemaal factoren waarbij men kon aanduiden hoe rijk of hoe arm de mensen waren.
Vandaag is dit niet anders. Maar het gaat nu niet meer over de grootte van de veestapel maar over het merk van auto, welke gsm, gps, i-pod of mp3-speler men heeft. Ook het huis waarin men woont, kan een aanduiding zijn over hoe rijk men is. Is het een gewone rijwoning zonder tuin of leeft men in een landhuis met een immense tuin. Soms kunnen we bedrogen worden en hebben mensen met een mooie auto en zeer veel gadgets het toch minder breed. Deze dingen kopen ze dan om er toch bij te horen en niet te laten opvallen hoe het werkelijk zit. Dit heeft te maken met sociale uitsluiting, wat in het tweede punt besproken wordt.

2. In het boek van Abram de Swaan wordt armoede beschreven als niet een welomschreven geringe hoeveelheid goederen en evenmin een relatie tussen middelen en doelen, maar wel een relatie tussen mensen. In vroegere tijden gingen de arme mensen bedelen. Sommigen waren afzichtelijk en verminkt. Dit was om medelijden op te wekken. Ze werden toch geschuwd en vermeden.
Dit doet denken aan de sociale uitsluiting van vandaag. Armoede is één van de oorzaken van sociale uitsluiting, of anders gezegd sociale uitsluiting is een moderne vorm van armoede. Door het tekort aan middelen kan de persoon niet voorzien in diverse rechten zoals wonen, gezondheidszorg, cultuur en onderwijs. Niet kunnen participeren in de activiteiten die andere mensen wel kunnen, is het ergste wat er voor de mensen bestaat.

3. Vroeger werden er collectieve acties voor de armen gehouden. Er werd aan liefdadigheid gedaan door colletes te houden van natura: tarwe, brood, bier,…
Vandaag de dag worden om mensen te helpen talrijke projecten opgezet waardoor ze toch de kans krijgen om mee te kunnen doen in het sociale leven. Zowel in het sociale leven als in de welzijns- en gezondheidssector worden er acties op touw gezet. Deze zijn de zogenaamde “voorzieningen”. Deze zijn vindplaatsen waar personen in contact kunnen komen met armoede en sociale uitsluiting. De gezondheidssector is hier ook van belang omdat er immers ook een grote samenhang tussen ziekte en armoede bestaat.

4. Vroeger stonden armoede en criminaliteit op eenzelfde lijn. In die tijd waren de zwakkeren aangewezen op het stelen. De gezondere armen kwamen samen en vormden bendes die de andere mensen bestolen en terroriseerden.
Nu is er niet veel veranderd. Armoede geeft aanleiding tot criminaliteit. Iemand die diep in de schulden zit en geen uitweg meer ziet, zou kunnen in de verleiding komen om de weg van de misdaad in te slaan. En eenmaal men op het verkeerde pad betreedt, is het moeilijk om terug te keren.

Zoals je kunt merken, heeft armoede een aantal veranderingen ondergaan naargelang de modernisering van de wereld maar de grote hoofdlijnen zijn dezelfde gebleven.


DE SWAAN, A. Zorg en staat. Bert Bakker,Amsterdam, 1990, 340 p.

dinsdag 3 november 2009

De media

Media wordt in de encyclopedie beschreven als:
Hulpmiddel voor communicatie met velen dus daaruit voortvloeiend een middel voor massacommunicatie. De media is een drager van informatie.

Er zijn een paar kenmerken gegeven aan de noemer “Moderne Media”:
• Ze hebben een veronderstelde betrouwbaarheid
• De media is onafhankelijk
• De berichtgeving is snel
• Het heeft een massaal bereik

Hierbij zijn er toch enkele dingen die mij opvallen:
- Ten eerste veronderstelde betrouwbaarheid? Als men dit schrijft, betekent dit zo goed als: geloof niet alles die in de media komt, want er wordt maar vanuit de veronderstelling gegaan dat ze betrouwbaar zijn.
Hierbij kan je nog een verschil merken tussen het binnenlands en het buitenlands nieuws. Mensen gaan vanuit de veronderstelling uit dat alles wat uit eigen land komt waarheid is. Terwijl nieuws die vanuit het buitenland komt als propaganda wordt beschouwd.
Maar als je er eigenlijk goed over nadenkt, is dit wel waar. Wie zullen mensen eerder geloven. De persoon op het nieuws die je iedere dag ziet en die bovendien dezelfde taal spreekt. Of een totaal onbekende persoon vanuit een vreemd land, die ook nog eens een rare taal spreekt.
- Deze veronderstelde betrouwbaarheid wordt dan nog eens versterkt door het feit dat de media onafhankelijk is. Sommigen stellen zich dan nog de vraag: wie controleert er dan de media, als ze toch onbelemmerd hun gang kunnen gaan? Ik denk dat dit soort denken wat overdreven is, want er is toch altijd een zekere tempering en invloed van de overheden en de personen over wie het gaat.
- Het derde kenmerk dat de berichtgeving snel is, klopt wel. Op allerlei sites van kranten en dergelijke kun je het nieuws à la minute vinden. Maar aan die snelle berichtgeving is toch wel af en toe een slecht kantje. Soms kan het nieuws te snel zijn. Zoals mensen die overleden waren, maar toch plots terug leven.
- Het laatste kenmerk is een goed voorbeeld dat de media een grote impact kan hebben. De media heeft een massaal groot bereik. Dit komt door de talrijke mogelijkheden om nieuws te verspreiden. Krant, tv, radio, internet, noem maar op.

Het is geen geheim dat de media een grote impact heeft op de huidige maatschappij, maar in tegenstelling tot medestudent Evelien (http://evelienverdonck.blogspot.com/2009/10/de-impact-van-de-media-in-onze-moderne.html) vind ik niet dat dit allemaal slecht is. Soms vergroot de media iets uit maar kan dit wel positieve gevolgen hebben. Ik geef als voorbeeld de Mexicaanse griep. Volgens de nieuwsberichten ging er een overrompeling zijn van zieke mensen en ging de 50% van de werknemers deze griep krijgen waardoor er een grote daling ging zijn van de productiviteit. Terwijl de berichten nu spreken van 0,7 % van de bevolking die al ziek is en 20 tot 30 % die uiteindelijk ziek zal worden. Dit is al een hele afzwakking van de 50 % in het begin. Maar door zo’n schokkende vaststelling in het nieuws te brengen, heeft dit bij veel mensen toch wel een soort van angst opgewekt. Waardoor er een reeks preventieve maatregelen zijn genomen en er nu toch wel beduidend minder mensen ziek worden.

Ik praat hiermee niet alles wat in de media komt goed (kijk maar naar de gemanipuleerde realityshows en alle andere onzin die op televisie komt) maar ik vind dat we de media soms wat krediet moeten geven in de job die ze doen.

maandag 19 oktober 2009

De markt van welzijn en geluk

“Welzijnswerk is niet menslievend, maar draait om sociale beheersing, productief, functioneel en disciplinerend.”

Deze zin komt uit de tekst “De markt van welzijn en geluk” van Hans Achterhuis. Hij beweert dat het welzijnswerk tot stand is gekomen door het klassenverschil en de strijd van de gegoede klasse om de arbeidsklasse te onderdrukken.

In de tekst spreekt men over welzijnswerkers en andragogische voorzieningen. Wat dit woord wil zeggen, wist ik zelf niet. Daarom heb ik het via de gemakkelijkste weg opgezocht: het internet. En deze gaf mij het volgende antwoord:
Andragogie is… het deskundig en bewust gehanteerd beïnvloedingsproces, waarbij gestreefd wordt naar verbetering van een bestaande toestand bij volwassenen. Andragogie is een specialisme binnen de sociale wetenschappen en stelt zich tot doel de volwassen mens bij te staan in de ontwikkeling tot mondigheid, autonomie, humaniteit en verantwoordelijkheid.
Als je deze definitie leest, kun je eruit besluiten dat dit een proces is waarbij de welzijnswerker probeert de mensen te helpen en zo een betere leefomgeving te creëren.

In de tekst wordt dit echter tegengesproken door de zogezegde zwarte visie. Deze visie baseert zich op het kapitalisme. Het kapitalisme gaat er van het principe uit dat er twee soorten mensen zijn: de eigenaars van productiemiddelen (kapitalisten) en de arbeiders. Er zijn vele bezwaren tegen dit kapitalisme, zo ontstaat er een nieuwe visie: het antikapitalisme. Bekend hiervoor is Karl Marx. Deze visie beweert dat er een oneerlijk machtverhouding bestaat tussen de kapitalisten en de arbeiders. Vanuit deze visie interpreteren vele mensen dat het welzijnswerk tot doel heeft om het kapitalisme te ondersteunen. Welzijnswerkers zorgden ervoor dat de arbeidsklasse zich niet kon afbreken van deze kapitalistisch systeem.

Deze zwarte kant werd lang door de anti-kapitalistische auteurs gehandhaafd. Maar langzamerhand werd deze kant toch genuanceerd en verscheen er een “witte rand”. Hierdoor was er toch het besef dat dit welzijnswerk van belang is in deze welzijns- en verzorgingsstaat.

Deze zwarte kant en witte rand zorgen voor een moeilijke dualiteit onder de welzijnswerkers .

Persoonlijk vind ik dit deel van de tekst over de welzijnsideologie en de theorie over de welzijnswerkers redelijk moeilijk om te lezen. Vanuit verscheidene standpunten wordt het beroep “Welzijnswerker” toegelicht.

Ikzelf geloof dat de witte rand primeert en dat de meeste welzijnswerkers erop gebrand zijn om mensen te helpen. Vanuit mijn werkveld (O.C.M.W) ben ik ervan overtuigt dat het doel is om mensen een betere levensstandaard te geven en ervoor te zorgen dat ze uit de put raken. Al moeten ze daarvoor in het begin verschillende dingen ontzeggen en soms hard zijn in beslissingen. Ik merk dit aan mijn collega's, Zij verzetten enorm veel werk om mensen te helpen en ze doen alles wat ze kunnen ervoor.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Andragogie

woensdag 14 oktober 2009

Het gevecht met de duivel: heksenvervolging

Magie, tovenarij en heksen. Als sinds de oudheid zijn er gegevens te vinden hierover. Heel vroeger, in de oudheid was er hierover een dualiteit. Als hoog geplaatste personen deze tovenarij niet naar hun eigen hand konden zetten, werd ze verbannen. Als ze het wel konden gebruiken en de magie in hun voordeel speelde, werd deze met open armen onthaald.

Toen eenmaal het Christendom zijn intrede in de wereld deed, werd alles wat met tovenarij te maken had beschouwd als heidens en in verband gebracht met de duivel.

Tot het einde van de 15de eeuw werd deze tovenarij niet zwaar bestraft. Daarna komt er een hele ommekeer. Er worden al het ware heksenjachten gehouden. Door het horen van verschillende roddels, wordt de heks in kwestie opgepakt en volgt er een onderzoek. De heks krijgt de kans om haar te verdedigen. Als al het voorafgaande niet overtuigend was, wordt de heks verder onder handen genomen in de folterkamer. Het uiteindelijke vonnis kan variëren. Eén van de meest gekende is de brandstapel.

Wat mij opvalt in deze tekst, is hoe onrechtvaardig deze heksenjachten waren. Een persoon moest er maar een klein beetje anders uitzien of geïsoleerd leven en ze werden al veroordeeld. Dit kan gemakkelijk geprojecteerd worden op de maatschappij van vandaag. Als iemand niet doet zoals iedereen anders, wordt die gepest. De heksenvervolgingen kan men eigenlijk zien als een soort van heel vergaand pestgedrag.

Toen ik de tekst “Het gevecht met de duivel” begon te lezen, moest ik onmiddellijk denken aan één bekend voorbeeld. Dit van Jean D’Arc. Zij werd veroordeeld tot de brandstapel omdat ze beweerde stemmen te horen van zowel heiligen als engelen. Hoewel zij een diepreligieus persoon was, werd zij toch door de Engelsen geportretteerd als heks en als ketter. Dit was waarschijnlijk uit wraak voor de nederlaag die zij geleden hadden in Frankrijk.

Als we nu nog op zoek gaan in de geschiedenis naar een ander persoon die aangesproken werd door God, komt er Mozes in mijn gedachten. In zijn vlucht om te ontsnappen aan de Egyptische farao ziet hij een brandende doornstruik die in brand staat. Hierbij roept God hem om zijn volk naar het beloofde land te brengen. In tegenstelling tot Jean D’Arc die werd veroordeeld als heks omdat zij beweerde dat ze de stem van God had gehoord, werd Mozes onvoorwaardelijk gevolgd voor 40 jaar.

Zouden we hieruit kunnen concluderen dat in den beginne mensen (goed)geloviger waren? Zonder te verpinken volgden ze één bepaalde persoon omdat die door God gezonden was.
Later werden “boodschappers van God” wantrouwig bekeken en eerst uitvoerig ondervraagd en getest.


http: //nl.wikipedia.org/wiki/Jeanne_d'Arc
http: //nl.wikipedia.org/wiki/Mozes

dinsdag 13 oktober 2009

Welkom

Beste medestudenten en andere personen.

Op deze blogspot kunt u mijn ideeën en bevindingen over onze politieke en sociale geschiedenis vinden.

Als u niet akkoord bent over iets dat ik geschreven heb, geef gerust feedback over hoe u de materie zou interpreteren.


Vele groeten en tot schrijfs
Lynne